Gastblog geschreven door Rik Gorree
Fotografie Anne Simon
Wijn proeven in Lissabon & Setúbal
Lissabon
Deze prachtige, oude stad wordt de laatste jaren overspoeld door toeristen. En dat is logisch. De zon schijnt er veel, je vindt er prachtige gebouwen en musea, je kunt er door tot in de late uurtjes en goede eetgelegenheden lonken op iedere hoek. Daarnaast zijn de Portugezen uiterst vriendelijk en behulpzaam. Het openbaar vervoer is er schoon, goed en zeer betaalbaar.
Zoals elke hoofdstad echter, slaat ook Lissabon op sommige toeristische punten door. Zo zijn de Portugezen zeer trots op hun sardientjes en kun je ze logischerwijs ingeblikt en uit je geboortejaar kopen. Leuk om op je verjaardag eens wat anders dan champagne open te trekken. De gele trams en liftcabines die het straatbeeld kleuren zijn metaforisch gezien niets meer en niets minder dan volgepropte sardineblikjes. Toch staat men ervoor in de rij. Met de bekende tram no. 28 krijg je een aardig idee van Lissabon en wat sardientjes zo op elkaar gepakt moeten doormaken.
Streets of Lisbon
De straten van Lissabon zijn veelal steil en geplaveid met miljoenen marmeren steentjes. Het ziet er prachtig uit, maar is een crime voor iedereen die graag op hoge hakken flaneert. Sneakers en voetenbalsem mee dus. Voor iedereen die denkt met rolkoffer bij zijn/haar bestemming te geraken: doe het alsjeblieft niet. Voorkom door een paar euro’s meer neer te tellen een hoop getier, zweetaanvallen, ergernis en één of meerdere afgebroken kofferwieltjes. Het woord ‘rolberoerte’ komt hier vandaan. Bestel gewoon een Uber of taxi.
Azulejos
Overal waar je komt in Portugal kom je ze tegen, azulejos oftewel: tegeltjes. Aan buitenzijden van gebouwen ter decoratie en isolatie, aan de wanden van kerken en kapelletjes met bijbelse afbeeldingen, en ook gewoon als de mooiste naamstraatbordjes ter wereld.
Er is wat onduidelijkheid over waar het woord ‘azulejo’ vandaan komt. Er zijn mensen die beweren dat het van het Arabische woord ‘al zulaydj’ dat zoveel als ‘gepolijste steen’ zou betekenen, afstamt. Anderen beweren weer dat het met het woord ‘azul’ hetgeen ‘blauw’ betekent te maken heeft. Enfin, laten we het over Portugese tegeltjes hebben.
De Moren bezetten een deel van het Iberische schiereiland in de zevende eeuw na Christus en verdrongen met de azulejos de Romeinse mozaïeken. Rond 1500 werd de siertegelkunst echter pas in Portugal geïntroduceerd. De toenmalige koning van Portugal was namelijk helemaal weg van het tegelwerk dat hij in Spanje had gezien, en besloot ze ook in zijn gebouwen te plakken. Het paleis van Sintra werd zo één van de eerste Portugese gebouwen die overdadig behangen werden met de azulejos. In de achttiende eeuw ontstond er een levendige handel tussen Portugal en Holland omdat de Portugezen toen al door hadden dat de Delftsblauwe tegeltjes veel beter van kwaliteit waren
Bem-vindo ao Nicola Rossio Hotel!
In het hart van Lissabon, net achter het Praça do Rossio ligt het Nicola Rossio Hotel. Geopend in 2022, prachtig ingericht en bovenal met een geweldig hotelteam. Bij binnenkomst word je van harte welkomgeheten door twee baliedames en ontvang je een pasteis de nata en een verkwikkend glaasje port terwijl ondertussen de administratie wordt geregeld. De kamer is niet groot maar van alle gemakken voorzien: de lekkerste hoteldouche sinds jaren, goedwerkende airco, goed koffieapparaat, uitzicht op het Castelo de São Jorge, een koelkastje, een zitje, flatscreen en een top-bed. Alles poepie-de-luxe-nieuw.
Om de hoek zit een Pingo Doce supermarkt die je naast je reisboodschapjes voor zeer weinig een aardig ontbijtje aanbiedt, mocht je dit niet bij Nicola Rossio hebben bijgeboekt.
Elevador Santa Justa
Als je links de hoteldeur uitloopt kom je bij de Elevador de Santa Justa, ook wel Elevador do Carmo genoemd. De verticale lift brengt je 32 meter hoger en is via een loopbrug verbonden met het Largo do Carmo. Ontworpen, niet door Gustave Eiffel zoals door velen gedacht wordt, maar door Raoul Mesnier de Ponsard, een Portugees ingenieur van Franse komaf.
Carmo
Beneden, iets verder in de straat kun je achterin het winkeltje ‘Carmo’ met een meer eigentijdse lift, en waarvoor je niet in de rij hoeft te staan, noch te betalen, ook omhoog. Eenmaal boven heb je een mooi zicht op de Justa lift of kun je een hip drankje doen bij de Carmo Rooftopbar waar de ruïnes van het Carmoklooster een prachtig decor bieden. Wat je ook kiest, het bespaart je in ieder geval een nare klim en bijbehorend hartinfarct. Boven, op het Largo do Carmo plein is het heerlijk even bijkomen van de drukte in de stad en de steile straatjes en stegen. Op dit plein kun je een Ginjinha, een kersenlikeur of ander lekker drankje bestellen bij de kiosk of een klein urban tukje doen.
Rooftopbarlovers
Lissabon is tegen de heuvels op gebouwd en in waarschijnlijk geen enkele andere Europese hoofdstad heb je zoveel geweldige rooftopbars. Nou zouden we die allemaal kunnen gaan beoordelen, ware het niet dat er een geweldige rooftopbarsite bestaat die een up-to-date overzicht biedt wat er draait en speelt. 29 Best Rooftop Bars in Lisbon [2022 UPDATE] (therooftopguide.com)
Cuisine Mozambique
Omdat Portugal, evenals ons eigen kikkerlandje, enorme last had van expansiedrang, zijn de Portugezen in 1498 aangemeerd in Mozambique. En dat is voor iedereen bij wie de nationale ‘Bacalhau’ uit beide neusgaten komt, een waar godsgeschenk. Het is een kleine, maar steile klim naar Cantinho do Aziz in de wijk Alfama, maar één die zeer de moeite waard is. Simpele tafeltjes, lekker in de buitenlucht, met uitzicht op de mooie oude steegjes en heerlijk eten dat er goed in gaat na een dagje klauteren door de Portugese hoofdstad.
Een greep uit het menu van Aziz: diverse soorten samosa’s, piri-piri chickenwings, garnaalcurry met rijst, gefrituurde yuca, en na een vers geraspt kokosijsje.
- Cantinho do Aziz
- Restaurant (Mozambikaans)
- R. de São Lourenço, Lissabon
- €
Fado
Wie in Lissabon komt mag niet weg zonder een fado-optreden te hebben bijgewoond. De prachtige klanken van de ‘fadistas’ en de begeleiding door hun vingervlugge gitaristen raken je recht in het hart zonder dat je werkelijk enig benul hebt waarover gezongen wordt. ‘Saudade’ noemen ze het: Weemoed, een verlangen naar lang vervlogen en bovenal, betere tijden. In Lissabon wemelt het van de fado-tentjes waar je voor niet al teveel geld kunt luisteren naar aanstormend alent al dan niet onder het genot van een simpele daghap en een paar drankjes. Voor wie voor een geweldige beleving gaat: het moet uit de lengte of de breedte komen, dus geef een paar tientjes meer uit en voorkom dat je aan het eind van de avond merkt dat je driftig mee zit te klappen. Een absolute aanrader is bijvoorbeeld het fado-instituut ‘Clube de Fado’ te bezoeken. Door oprechte intenties om haar bezoekers te laten genieten van deze zo bijzondere muziekstijl, door betere en meerdere fado-artiesten in te huren en ook meer aandacht aan de culinaire kant te besteden, steekt zij met kop en schouders boven de rest uit.
- Clube de Fado
- Rua Sao João Praça, 86 – 94 – Lissabon (vlakbij de kathedraal)
- www.clubedefado.pt
- €€€-€€€€
Maria Severa Orofriano
De betere fadorestaurants vind je sowieso in de wijk Alfama. Een aardig Insta-momentje vind je bij de trappen bij Boutique Taberna: een wat gehavende graffiti ter ere van een van de fadogrootheden Maria Severa Orofriano die de fado in haar korte leven van slechts 26 lentes wereldwijd bekend maakte.
- Escadinhas Sao Cristovão 8 – Lissabon
- €€-€€€
Loui Loui - Vinyl records
Mocht je nou op een slag verliefd zijn geworden op de fadomuziek, ga dan eens kijken bij Loui Loui. Deze winkel die gespecialiseerd is in ‘yesterday’s vinyl’ heeft een aparte sectie ingericht met zowel hedendaagse, als fadosterren van weleer.
- Escadinhas do Santo Espírito da Pedreira, 3, Lissabon
- €€-€€€
Pasteis de Cascais
Cascais, ooit een prachtig pittoresk vissersplaatsje ten westen van Lissabon. Zes jaar geleden was ik hier, alhoewel in het voorseizoen, nog geweest en schrok van de hoogbouw die in de tussenliggende tijd gepleegd was. Eigenlijk wilde ik Anne kennis laten maken met dit ooit zo lieflijke dorpje aan zee, maar na binnen het kwartier meerdere Ierse en Engelse pubs te hebben gespot besloten we een terrasje te pakken en een alternatief plan voor de rest van de dag te verzinnen. We streken neer op een terrasje van een pastelaria met de naam ‘O Galeão’ hetgeen zoiets als ‘Het Galjoen’ betekent, althans zo dacht ik juist te vertalen aan de hand van mijn drie jaar Latijn en het logo op de ruit achter Anne waar een groot schip over de naam voer en dat zij niet kon zien. Het duurde jammergenoeg slechts een minuut voordat ze minder verwonderd naar me keek…
‘Een thee en een limonade per favor’. Terwijl we een beetje aan een nieuw plan werken valt mijn gastronomische rechteroog binnen op een mooie, oude vitrine vol Portugees deegwaar (pasteis). Anne gaat direct op onderzoek uit en komt enkele minuten later terug met twee prachtige pasteis de nata. En hoewel ze qua uiterlijk lijken op de fabrieksgebakjes die sinds kort ook bij ons in de supermarkten onder dezelfde naam verkocht worden, smaken deze pasteis echt honderd miljard keer lekkerder. De eigenaar komt naar buiten om ons te vertellen dat ze elke ochtend vers gemaakt worden en dat het uiteraard de allerbeste van Cascais zijn. Een kwartier later zitten we aan nog meer ‘proefgebakjes’. Alles is even lekker en vers. De eigenaar houdt goed in de gaten of we niks tekort komen. Ook de aardbeien-cheesecake en de Portugese versie op crème brûlée zien er goed uit en gaan er goed in.
We rekenen af, bedanken de aardige, bevlogen eigenaar en besluiten een kijkje te gaan nemen op de weekmarkt van Cascais. Verse vis, fruit, bloemen, kazen en worsten: alles is er zoals het een goede foodhall betaamt. Het valt me telkens weer op dat wij daar in Nederland echt niks van begrijpen. Kijk vooral rechts achterin bij de visafdeling waar niet alleen prachtige vissen in het ijs liggen, maar waar ook de tegeltjes beschilderd zijn met allerlei soorten vis, schaal- en schelpdieren.
We nemen aansluitend nog even een kijkje op het strand waar ik ooit rustig met een paar vrienden in een gammel tropisch tentje aan de kannen witte sangria zat en waar de muziek van good old Bob Marley nog uit even gammele boxjes klonk. Strandtechnisch is het zeker niet veel beter geworden: voor elke vierkante badhanddoekcentimeter moet hier gevochten worden. Niet veel later zitten we dan ook weer bij O Galeão. Ik bestel, verlangend naar vervlogen tijden, een kan witte sangria en Anne kiest deze keer wat hartige pasteis uit. Op aanraden van de eigenaar wordt het een sangria verde en ook dit, je raadt het al, is de beste sangria van Cascais. Een uurtje later nemen we de beste en de snelste weg uit het ooit zo mooie Cascais…
- Pastelaria O Galeão – Cascais
- Rua Visconde da Luz 3 B Centro – Cascais
- €€
Vislunch in de buurt van Lissabon
Het is half één, we lopen wat verdwaasd op een pier in het op dit tijdstip uitgestorven dorpje Oeiras, een paar kilometer ten westen van Lissabon. De zon brandt kneiterhard op onze schedels. En net op het moment dat je denkt dat je hetzelfde stuk weer terug kunt slenteren, zie je in de verte een klein tentje met door het lokale biermerk gesponsorde parasols. De ingang, een dik metalen hekwerk met prikkeldraad en een poort erin ziet er niet erg uitnodigend uit, toch staan er een hoop plastic tafeltjes met dito rode stoeltjes van het eerdergenoemde biermerk. Er waait een fris zeewindje en door het hek is de ‘Ponte 25 de Abril’ van Lissabon naar het schiereiland van Setúbal goed zichtbaar. Voor wie alle afleveringen met Anthony Bourdain heeft gezien zal het direct duidelijk zijn: dit is zo’n plek.
We kiezen een niet-gereserveerd tafeltje uit en vragen de kaart. Ze hebben geen kaart. Wel een bord met de Portugese catches of the day met daarachter de kiloprijs. De jongen die ons bedient snapt dat dit bord ons niet verder gaat helpen en gebaart ons mee naar de keuken te lopen. Binnen treffen we een grote metalen tafel met allerhande soorten verse vis en worden we voorgesteld aan Mr. Manuel. Mr. Manuel spreekt echter ook niets anders dan Portugees, slechts een stuk harder, maar hij pakt een medium zwaardvis van de tafel, zegt iets in het Portugees en kijkt me doordringend aan. ‘Poco lunch’ pers ik eruit. Mr. Manuel knikt instemmend en gooit er nog een zinnetje achteraan waarin het enige Engelse woordje ‘clams’ in voorkomt. ’Sim!’ antwoord ik blij als een kwispelende pup en Mr. Manuel verdwijnt op z’n sloffen, met de vis.
We gaan terug naar ons tafeltje. We bestellen een fles huiswijn en wat water. Er zijn in de tussentijd meer mensen binnengeschuifeld. Locals maar ook zakenmannen die hun jasje over het hek hangen en hier op kosten van de zaak eens lekker gaan lunchen. En geef ze ongelijk. Binnen de kortste tijd staat er een wijnkoeler naast ons met een fles ijskoude witte wijn zonder etiket, wat brood en een schaal vol clams, heerlijk gebakken in citroenboter, peterselie en de onmisbare knoflook (clams ‘a bulhao pato’). Verser en lekkerder wordt het niet.
De wijn van nog geen tientje giet weg als limonade. Aansluitend wordt een nog grotere schaal op ons tafeltje geschoven met hierop wat gekookte aardappelen, broccoli en kelp en de prachtig gegrilde zwaardvis (peixe espada grelhado). We schrapen alle stukken zwaardvis uit z’n vel. Mr. Manuel komt even checken of de boel smaakt. ‘Het is zoooo ontzettend lekker’, zegt Anne hem blij. Mr. Manuel lacht. De schalen zijn leeg, de wijn is op. We zouden hier nog uren kunnen zitten.
We zijn helaas alweer terug uit Portugal en ik zit deze tekst aan mijn keukentafel te schrijven. Ik neem een kijkje in mijn koelkast. Ik wou dat ik weer in Oeiras.
- Quitanda
- Oeiras – Paço de Arcos
- Adres: Wanneer je twee grote vuurtorenlampen op twee stenen pilaren op een pier ziet staan, ben je heel dicht in de buurt.
- €€-€€€
BREAKZY WINESPECIAL
Adega Belém Urban Winery - Lissabon
Toen de Portugese Catarina Moreira was uitgekeken op het onderzoeken van het kwaakgedrag van kikkers en haar vriend David Picard, een Duitse antropoloog merkte dat ook hij in een repeterende cyclus terecht was gekomen, kochten zij een oude garage om deze om te bouwen tot hun eigen wijndomein. De garage zelf werd voorzien van een proefruimte en de benodigde wijnapparatuur, de spuitcabine werd omgetoverd tot opslagruimte voor de wijnvaten. Met de druiven afkomstig van de proefvelden van de nabijgelegen universiteit waar zij aan verbonden bleven, testten zij alle denkbare, natuurlijke processen en Catarina behaalde de hoogste graad van het wijnmeesterschap. Met passie en wars van alle wijntradities produceren zij nu al enkele jaren heerlijke, natuurlijke wijnen die ook internationaal niet onopgemerkt blijven. De kleurrijke etiketten zijn vervaardigd door hun beider dochters Ana en Sofia en ook Lili, de hond heeft een eigen wijn.
Of je nu veel of niets van (Portugese) wijn weet, bij Adega Belhem neemt men ruim de tijd om alles wat je wil weten uit te leggen. Ook de aansluitende proeverij met Adega Belhem wijnen is even leerzaam, verrassend als heerlijk.
Zoals goede wijn geen krans behoeft, behoeft de kikker in het logo, hopelijk, geen uitleg!
Reserveren gewenst:
- Adega Belém Urban Winery Travessa Paulo Jorge 8-9, 1300-444 Belém, Lissabon
- www.adegabelem.com
- +351 21 36 30 707
- admin@adegabelem.com
Portugese wijnen
Ik weet het een en ander over Franse, een paar Italiaanse en wellicht wat verdwaalde Australische wijnen, maar zeer weinig over Portugese. Sterker nog, de enige druivensoorten die ik ken zijn Verdinho en Alberinho. Portugal kent vele druivensoorten die bij ons nog niet bekend zijn. Een van de redenen daarvan is ongetwijfeld te wijten aan het Worchestershire-effect: Ze zijn enorm moeilijk uit te spreken. We gebruiken dan ook de kennis van Catarina en David om meer te weten komen over de veelbelovende wijngebieden in Portugal. Daar zijn ze het unaniem over eens. De regio Setúbal wordt het gebied waar we meer van gaan horen… en proeven. Setúbal ligt slechts veertig kilometer onder Lissabon dus dat is een meevaller! Via de Ponte 25de Abril verlaten we Lissabon. Setúbal is de derde stad van Portugal en ligt ideaal om de plaatsen te bezoeken die nog op ons wijnspecial-verlanglijstje staan. Deze regio stond voorheen met name bekend om haar bulkwijnen. Waar de meeste aandacht altijd ging naar de wijnen die afkomstig waren uit het noorden van Portugal, zijn er nu meerdere wijngaarden in de omgeving van Setúbal die prachtige wijnen leveren. Wij deden wat onderzoek.
Setúbal
Forte de Sao Felipe
Boven Setubal torent het fort van Sao Felipe, de man die wij beter kennen als Filips II. Een robuuste oninneembaar, zespuntig fort met zicht over Setúbel en oceaan. Binnen vind je een volledig betegeld kapelletje en trappen die zo waren gemaakt dat onze luie Filip met paard en al naar boven kon. Als je alle trappen hebt gehad, word je getrakteerd op prachtige vergezichten: de oceaan, de boulevard van Setúbal, de veerboten van en naar het schiereiland Costa de Galé, alwaar men in de vorige eeuw twee lelijke toeristenflats heeft gebouwd en waar Ronaldo en zijn kornuiten de vakantie doorbrengen. De ruige berg er tegenover is het wonderschone natuurgebied ‘Arrabida’ waar je, evenals James Bond in ‘On Her Majesty’s Secret Service’ over de kronkelende bergweggetjes en langs diverse oude kloostergebouwen naar boven kunt rijden waar je een nog mooier zicht hebt dan op het fort. Mocht je met je vrouw op pad zijn, hopen wij uiteraard dat zij, in tegenstelling tot de kersverse vrouw van 007 de bergrit wel overleeft.
Olival de Sao Felipe
Boven het fortalese de Sao Felipe kun je nog een stukje verder de berg op, waar je een aantal witte molens vindt zoals we die kennen uit de verhalen van Don Quichote. Ze zijn het bezit van een alleraardigste Nederlandse familie die de molens en de grond eromheen in de zeventiger jaren van de vorige eeuw kocht en deze, toentertijd ruïnes geweldig heeft gerenoveerd. Eén van de molens is zelfs weer in operationele staat teruggebracht. In de kap van de overige twee molens kun je overnachten en deze molens zijn voorzien van luxe badkamers, airco, WiFi, een woonkamer met een molensteen als tafel en een gezellige keuken waar je ook hier weer een adembenemend uitzicht hebt. De tuinen rondom de molens staan vol prachtige planten, palmen, fruitbomen en uiteraard olijfbomen. Met een wijntje voor je ‘eigen’ molen de zon in de oceaan zien zakken is een onvergetelijke ervaring.
Gun jezelf dit prachtige verblijf bij Olivas de Sao Felipe!
Quinta do Piloto - Palmela
We rijden naar het wijndorpje Palmela, naar Quinta do Piloto en parkeren op het terrein waar een groot, wit fabrieksgebouw verrijst. Mocht er nog onduidelijk zijn over waar we zijn, de naam is in grote, zwarte letters op het pand geplakt. De dame die ons rondleidt neemt ons direct mee naar de hogergelegen productieruimte die net na de Eerste Wereldoorlog gebouwd werd door Humberto Cardoso. Hij bezat hiervoor een regionale busmaatschappij, maar trouwde met een Adelaide Carvalho Cardoso die enkele hectaren wijngrond bezat. Humberto verkocht de busmaatschappij en stortte zich op het produceren van wijn. Met vallen en opstaan werden de eerste flessen gevuld, alles met zo min mogelijk kosten want het was geen vetpot in die tijd. Grote ramen zorgden ervoor dat er lang met daglicht gewerkt kon worden, het hoogteverschil tussen de verschillende ruimten maakte pompen onnodig. Aan alles was gedacht en al snel groeide het bedrijf.
Lager op de heuvel werd een opslagloods voor de wijnen bijgebouwd. Het werd tijd voor Humberto om het stokje door te geven. Niet alleen was het tijd voor nieuw bloed, maar hij wilde ook met zijn Adelaide op wereldreis. Zijn oudste zoon Rui was meer geïnteresseerd in films dus nam zijn jongere broer Alvaro de zaken over. Met 500 hectare en 3 tot 4 miljoen liter wijn groeide Quinta do Piloto uit tot de op twee-na-grootste wijnproducent van Portugal. Alvaro was niet alleen goed voor het bedrijf, maar deed veel goed voor het dorp en werd uiteindelijk ook burgemeester van Palmela. Zijn neefje Humberto nam de zaken van hem over en uiteindelijk werd zijn zoon Filipe Cardoso, de huidige eigenaar degene die in 2008 begon met het produceren van wijnen onder eigen label. Per wijn, per vat bekeken, geproefd en afhankelijk van de resultaten wordt het wijnprocédé bijgesteld. Op deze wijze wordt er nu, vier generaties later, een zeer breed scala aan kwaliteitswijnen met zeer uiteenlopende smaken geproduceerd.
Reserveren gewenst!
- Quinta do Piloto
- Rua Helena Cardoso – Palmela
- +351 212 333 030
Adega Camolas - Palmela
We lopen van Poloti door de wijnranken naar het lagergelegen Camolas. Bij de ingang worden we welkomgeheten door Miguel. Hij verontschuldigt zich dat het allemaal een beetje rommelig is, maar ze zijn het bedrijf aan het verhuizen. Na 65 jaar is het uit zijn jasje gegroeid. Zoals bij veel ondernemers die vanuit de eigen woning zijn begonnen is ook hier al die jaren gezocht naar handige oplossingen. Zo was er op een gegeven moment geen plaats meer voor de silotanks. De pilaren die waren geslagen om het huis uit te breiden werden uit de grond om de woning getrokken en wijnsilo’s werden erin geplaatst. Niet alleen was het ruimtegebrek opgelost, maar ook was extra koeling niet meer nodig.
In de eerste 50 jaar werkte het bedrijf voor andere wijnmakers. Hierdoor ontstond een zeer brede kennis van heel veel soorten wijn en Moscatel. Toen de oprichter overleed, nam zijn zoon Francisco, het over. Omdat hij het in zijn eentje niet voor elkaar dacht te krijgen, haalde hij zijn vrienden erbij die het bedrijf met ieder hun eigen talent zouden versterken. Vriendschap en goede wijn gaan vaak goed samen. Vanaf dat moment is Camolas ook begonnen met het produceren van wijnen onder eigen label, en niet zonder succes. Ze werken vrijwel uitsluitend met Portugese druiven, zodat iedereen die hun wijnen proeft, weet waar ze vandaan komen.
Moscatel
Bij Camolas maken ze ook Moscatel, een wijn die versterkt wordt met een distillaat van de druiven en een drank die met name in deze regio wordt gemaakt. Hierdoor zijn deze drankjes een stuk ‘straffer’. Ook zijn ze zoeter dan wijn en ik ben er eerlijk gezegd zelf nooit zo’n fan van geweest. Dat is in de proefruimte van Camolas totaal veranderd. Hier maken ze de lekkerste Moscatel, die niet onnatuurlijk smaakt maar smaakt naar lichte honingsoorten, sinaasappel, walnoten, fudge en nog vele andere heerlijke smaken. Je drinkt geen Moscatel, maar dierbare herinneringen!
Bij Camolas vind je geen onnodige opsmuk, maar draait alles om pragmatisch werken, kwaliteit en vriendschap. En dat proef je. Niet alleen in de wijnen en de Moscatels, maar op het moment dat je er binnenloopt.
Reserveren gewenst.
- Rua Dr. Bernardo Teixeira Botelho, 66 2950-298 Palmela – Portugal
- +351 212 350 677
- geral@adegacamolas.pt
- www.adegacamolas.pt
José Maria de Fonseca
Jose Maria da Fonseca is een van de grootste en meest prestigieuze wijnproducenten van Portugal. Begonnen in 1834 en sindsdien met onverminderde passie gerund door de Fonseca-familie. De wijnmakerij bevindt zich in het mooie dorpje Vila Nogueira de Azeitao. Onze gids begint in de prachtige ontvangstzaal met de geschiedenis van de Fonseca-wijnen, hun eerste prijzen en de machines die ervoor zorgden dat de Fonseca-wijnen de eerste gebottelde wijnen, met loden capsule en label in Portugal waren, hetgeen ‘water bij de wijn doen’ voortaan een stuk moeilijker maakte. In de volgende zaal liggen enorme vaten met Moscatel. Hier krijgen we uitleg hoe een overeenkomst met Engeland leidde tot een revolutionaire ontdekking om de Moscatel sneller te kunnen laten rijpen.
Reserveren gewenst:
- Rua José Augusto Coelho n. 11-13 Vila Nogueira de Azeitao – Setubal
- +351 21 219 8940
Vervolgens lopen we door de prachtig onderhouden tuinen naar de overige kelders. Waar we dachten bij de Moscatel al in prachtige ruimten stonden, hier liggen rijenlang Periquita, de oudste rode wijn van Portugal. In de tweede kelder, ‘De Kathedraal’ genaamd, vinden we wijnen zo oud als het bedrijf zelf, die hier een klein tukje doen in deze ‘heilige’ omgeving. Achterin de kelder zien we de veilig afgeschermde privécollectie van de familie, van wie de zesde generatie nu aan het hoofd staat van het bedrijf. De tour eindigt uiteraard met een heerlijke wijnproeverij. In de shop kun je alle Fonseca-wijnen en Moscatel aanschaffen. Een prachtige tour die je meeneemt door bijna twee eeuwen Portugese wijngeschiedenis.
Bacalhôa
In hetzelfde gezellige plaatsje Vila Noguiera de Azeitão, waar ook José Maria de Fonseca gevestigd is, vinden we wijnhuis Bacalhôa. Dit wijnhuis heeft vestigingen in zeven Portugese wijnregio’s, met een totaal van 1200 hectare wijngaard met veertig verschillende druivensoorten en drie wijn producerende centra. Hun missie is het produceren en verkopen van kwaliteitswijnen die de specifieke kenmerken weergeven van elk van de Portugese wijnregio’s waarin ze actief zijn. De druiven zijn afkomstig van de beste wijngaarden rondom het Arrábicagebergte op het schiereiland Setúbal.
Het is zeer aannemelijk dat de naam Bacalhôa afstamt van de bijnaam van voormalig eigenaar Dom Jerónimo Manuel. Toen zijn vrouw Lady Maria Mendonça de Albuquerque het landgoed erfde, gaf ze het de naam Bacalhôa, ‘de vrouwtjeskabeljauw’ als knipoog naar haar wijlen echtgenoot.
Het wijnhuis Bacalhôa heeft overal op het terrein kunst geplaatst. De kelder is zelfs omgedoopt tot museum. Het begint al bij de entree. Terwijl je een plekje voor de auto zoekt, zie je bij de ingang stralend blauwe Yves Klein-beelden staan. Een felblauwe versie van het Chinese terracottaleger staat uitgestald op de weide voor het wijnhuis. Het mannen en paarden staan tussen oude olijfbomen die meer dan 2.300 kaarsjes hebben uitgeblazen. Het symboliseert precies dat wat Bacalhao wil zijn: De oudste, de grootste en de machtigste onder de Portugese wijnhuizen.
In de loop van de jaren is het wijnhuis opgeknapt en uitgebreid. Oud en modern is mooi gecombineerd met behoud van originele details. Bij Bacalhôa is het mogelijk verschillende wijntouren te boeken die, zoals je van dit powerhouse kunt verwachten, perfect georganiseerd zijn.
Zo kan het bezoek worden uitgebreid met een kijkje in het Palácio da Bacalhôa. Dit gebouw werd tot nationaal monument benoemd op 23 juni 1910. In de loop der tijd is ook het Palácio verfraaid met Portugese handbeschilderde tegels uit de 15e en 16e eeuw met Moorse patronen. Zowel van binnen als van buiten kan men unieke stukken uit de privé-kunstcollectie bekijken. Zo is er de allereerste gedateerde geschilderde tegel in Portugal te vinden.
Bacalhôa staat bekend om haar fraai aangelegde tuinen met heggendoolhof. Het landgoed Quinta da Bacalhôa dateert uit de eerste helft van de 15e eeuw en wordt beschouwd als het mooiste nog bestaande Portugese landgoed uit deze tijdsperiode.
Hoewel het geheel erg commercieel, of liever, kunstmatig overkomt, is het een indrukwekkend wijnhuis, en zeker, als je toch naar Jose Maria de Fonseca gaat, de moeite van het meepikken waard.
Reserveren gewenst:
- Estrada Nacional 10 – Vila Nogueira de Azeitão
- +351 212 198 060
- info@bacalhoa.pt
- www.bacalhoa.pt
Do it yourself azulejos
In de buurt van Setúbal gaan we op bezoek bij São Simão Arte, een klein bedrijfje waar ze op authentieke wijze nog de Portuges ‘azulejos’, tegels maken en verkopen. Na uitleg over het vervaardigen, het drogen en het bakken van de tegels is het tijd om zelf eens met de penselen in de weer te gaan. Voor de eigenaren van Olivas de Sao Felipe ga ik aan de slag om twee naamtabletten te maken voor op twee huizen die ze, naast de molens, ook verhuren.
De dames die bij Simão-Arte werken helpen me om de verschillende technieken en fijne kneepjes uit te leggen. Na zeven uurtjes staan er twaalf vaal-ogende tegeltjes voor m’n neus. Als het goed is worden de kleuren in de oven veel feller. Een zeer leerzame en bovenal zeer creatieve dag. Inmiddels heb ik de foto’s binnen van het eindresultaat: Wat een prachtige kleuren en glans! Probeer het zelf ook eens, en begin met één tegel. Maak een pannen onderzetter of jubileum- of geboortetegel. Even leuk iets anders tussen al dat gewijnproef door en een stuk makkelijker om mee te nemen dan al die flessen!
- Simão-Arte Azulejos Decorativos
- Rua Almirante Reis, nº 86 Vila Fresca de Azeitão
- +351 212 183 135
- s.simaoarte@gmail.com
- www.saosimaoarte.com